Blik op 2019 door de RvC
Werkzaamheden
Het afgelopen jaar heeft de Raad haar rol van adviseur en werkgever prominent ingezet en hebben de vraagstukken rondom missie en visie en de taakverlegging binnen de huisartsenpraktijken een belangrijke rol gespeeld.
Zo zien we in 2019 een verdere verschuiving van taken. Waar de aandacht van de zorggroep oorspronkelijk lag bij het organiseren van chronische zorgprogramma’s, zien we dat deze zich nu ontwikkelt naar een brede ondersteuning van de huisartsenzorg in en rondom hun praktijken. Onze bemoeienis met de oorspronkelijke, primaire taken kon beperkt blijven. In de vergaderingen met directie en huisartsenbestuur hebben we een actieve rol gespeeld in de discussie rondom taakopvatting, positie en continuïteit van de huisartsen(praktijk) binnen de eerstelijns zorg.
De besprekingen met de Huisartsenpost Midden-Brabant over samenwerking zijn een tweede belangrijk onderdeel van onze werkzaamheden geweest. Zowel met het proces als de inhoud van de voorgenomen samenwerking hebben we onze rol breed opgevat. Dit heeft o.a. geresulteerd in participatie in de regiegroep.
Een derde belangrijk punt van aandacht in het verslagleggingsjaar was de rol, taakopvatting en positie van de directie. Zowel binnen de huidige organisatie als in het geval van een mogelijke integratie met de Huisartsenpost. Dit vraagstuk heeft de meeste inspanning van de Raad gevraagd.
Samenstelling
Helaas is er in 2019 ook weer een mutatie geweest in de Raad. De in 2018 aangetreden Stannie Driessen heeft in april 2019 afscheid moeten nemen. Haar aanstelling als directeur bij de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving mocht zij niet combineren met een toezichthoudende rol in het eerstelijns zorg werkveld.
Vanwege de gesprekken over de samenwerking en mogelijke integratie met de Huisartsenpost Midden-Brabant hebben we geen vacature gesteld voor een aanvulling van de Raad. De taken zijn verdeeld tussen de twee overige leden van de Raad.
Conclusie
Er spelen grote belangen voor de positie van de Zorggroep, die een intensivering van de contacten met de directie, de medewerkers en het huisartsenbestuur nodig maakten. Daarbij heeft de RvC er bewust voor gekozen om te doen wat nodig was, zonder zich primair vast te houden aan de formele rol van toezichthouder. Dit heeft de nodige inspanning, maar ook de nodige spanningen veroorzaakt. Wij menen dat onze inzet bijdraagt aan de verdere versterking van de Zorggroep als organisatie en haar positie binnen het zorgveld in Midden-Brabant.
Tenslotte


Cor de Bas, voorzitter Raad van Commissarissen
Pieter van Wijk, lid Raad van Commissarissen
Wil je meer weten of heb je een vraag?
Neem contact op met Annemarie Cromwijk
